Maeblogt

Berichten van het magazine Maeb.

Gelderlandercolumn 106

Trillen

Ik ging een visje halen op de markt. Het was druk. Vrouwen verdrongen zich om een kledingrek (3 euro, niet ruilen). In de kraam ernaast verkochten ze eieren met dubbele dooiers, eentje verder bh’s met panterprint. Ik zag met nep bont gevoerde laarzen, Stolwijker boerenkaas, winterharde, extra grootbloemige violen. Ik zag grillpoten, kantoordropmix en gebleekt katoen van eerste klas kwaliteit.

Lees meer "Gelderlandercolumn 106" »

Kasteel Doornenburg

Afb218

De gids vroeg: 'Wie weet wie deze ridder is?' 'Jan Fideel', zei een van de kleuters.

Gelderlandercolumn 105

Fans

Ik hoorde iemand zeggen: ‘Oh, het is Jan Smit.’ Alsof Jan Smit elke woensdag om 16.00 uur op winkelcentrum Kronenburg tegenover schoenenwinkel Freriks zijn nieuwe single ‘Hou je dan nog steeds van mij’ komt signeren.

Lees meer "Gelderlandercolumn 105" »

Gelderlandercolumn 104

Drie meisjes

We gingen lunchen aan de voet van de Mandelabrug. We keken uit over de kade. Het water van de Rijn lag er aanlokkelijk bij. Precies boven ons hingen de woorden ‘Blauwe lucht’, onderdeel van het kunstwerk van Rémy Zaugg. De kunstenaar had het eigenlijk gemaakt voor de Frostbrug. Zoals dat gaat in Arnhem kwam het werk uiteindelijk aan de Mandelabrug te hangen. Ik keek er deze week niet van op toen ik het Johnny van Doornmonument op het Brouwersplein aantrof.

Lees meer "Gelderlandercolumn 104" »

Gelderlandercolumn 101

Technicolor-paars

Het was naar het zich liet aanzien de laatste zomerse dag van dit jaar. Wat doe je dan als Arnhemmer? Dan trek je de natuur in. En als begin september de heide in bloei staat ga je naar de Posbank. We waren vroeg. De dauw stond nog op de spinnenwebben die als witte doekjes tussen de heidestruiken hingen. We keken uit over de paarse heuvels. Als je de Posbank oprijdt via de Schietbergseweg rijdt je op een gegeven moment tussen die paarse heuvels door. Dat is een andere wereld. Wat het nog futuristischer maakt: dat paars is zo’n echte technicolor-kleur die me doet denken aan oude afleveringen van Star Trek. Ik zou niet eens opkijken als commanding officer Dr. Spock de heuvel afloopt en zoiets zegt als “A curious metaphor, doctor, as a stallion must first be broken before it can reach its potential.”

Lees meer "Gelderlandercolumn 101" »

Televisie (1)

Foto

- Ik heb 'ns op een zondagvoormiddag in een cafeetje hier verderop van 10 uur 30 tot 's namiddags 4 uur 30 vierenvijftig geuzen gedronken. Ik heb een beker gehad van de brouwerie Geuze Belle-Vue. Da waren ze nog nooit tegen gekommen. Ik ben gedecoreerd geweest he. Een beker van de brouwerie Geuze Belle. Echt waar.

- Ge moet niet overdrijven he. Straks zegt ge nog dat Vander Stock u die beker persoonlijk kwam overhandigen.

- Ik heb die zondag... luisteren jij... het was nog niet gedaan he, ik heb die zondag alleszins, niet overdreven, 70 pinten gedronken. Alleszins. En die beker is weggeraakt.
(stilte)

- Ik ben gedecoreerd geweest door Geuze-Bellevue.

- Je had die beker in je doodskist moeten leggen.

- Ze zijn dat nog nooit... tegengekomen. Zulk eene goeie geuzedrinker. Voila.

Uit: Volia en merci, documentaire over Belgische volkscafé's

 

Maeb op Tumblr

Ik ben stiekem bezig op Tumblr en dus kun je beter daar even gaan kijken.

http://maeb.tumblr.com/

Reacties (3) | TrackBack (0)

Nieuwe vrienden voor Mustafa

In Dieren overwegen de winkeliers hangjongeren van het Callunaplein te weren door ze onophoudelijk te bestoken met klassieke muziek. Een journalist van de Gelderlander toog naar Dieren met het Weihnachtsoratorium van Bach, pianomuziek van  Debussy, het vioolconcert in D majeur van Tsjaikovski en koormuziek van Arvo Pärt om proefondervindelijk vast te stellen of het werkt. Dat deed het. Zelfs de hangouderen vonden het klassieke repertoire niet te pruimen. Chantal en Nathalie werden opslag depressief van de muziek van Pärt, ongeschikt voor het shoppen ook. Eerder al, tijdens het proefdraaien van de winkeliers, waren mensen de elektronicawinkel van Jan Hettelaar binnengelopen om te vragen of er iemand overleden was. Uiteindelijk bleek alleen hangjongere Mustafa gematigd positief. De pianomuziek van Debussy vond hij ‘wel een lekker nummertje’ en hij kon het werk van de mij onbekende Arvo Pärt wel enigszins waarderen. 

Mustafa had direct mijn interesse gewekt in de Estse componist. Ik ging langs bij Muziekhandel Bergmann in Arnhem om Pärt te luisteren. De zaak was, op het personeel na, uitgestorven. Ik begon mij nu toch echt zorgen te maken over de klassieke muziek. Van Arvo Pärt stond een flinke rij. Ik koos het Te Deum. De medewerker die het voor me opzette, kwam over als een groot kenner van de klassieke muziek. Ik hoopte met Pärt een goede indruk achter te laten. Aan de muur hing reclame van de pianist Lang Lang. Hij was wild gekapt en gekleed als een popster. Ik las: 'Grootmeester Lang Lang nadert perfectie.’ Ondertussen zette het koor het Te Deum in.

Na afloop vroeg ik de muziekkenner of we ons om de klassieke muziek zorgen moesten maken. Hij zei dat er nog weinig winkels met een ruim aanbod over waren. Zijn klanten kwamen zelfs uit Groningen. Ik vroeg of hij ook klanten had in Dieren. Dat had hij. Het stemde mij tevreden. Mustafa staat er niet alleen voor.

(Column Gelderlander 27/3/2010)

Reacties (5) | TrackBack (0)

Stress

Mijn werkdruk steeg tot ongekende hoogte. Zo voelde het althans. Het kwam door de belasting. De belastingaangifte doet mij denken aan het afleggen van een tentamen boekhouden waarbij de examinator het halen van een onvoldoende financieel op je verhaalt. Een aantal jaren geleden heb ik professionele hulp gezocht bij een belastingadviseur. Vorige week ging ik bij hem langs. Hij houdt kantoor in een villa in Oosterbeek. Dat sterkt mijn vertrouwen in zijn expertise. Ik deed mijn best professioneel op hem over te komen, maar het hem uit een stapel papieren laten selecteren van de belangrijke documenten droeg daar niet aan bij. De aangifte stelde uiteindelijk niet veel voor. Ik had het geestelijk nogal zwaar gemaakt.

Opgelucht fietste ik naar huis. Met mijn werkdruk ging het de goede kant op. Ik nam de tijd om eens rond te kijken. Van de villa’s in Oosterbeek probeerde ik de namen te onthouden. Die doen het goed in een roman, bijvoorbeeld als het ouderlijke huis waar de hoofdpersoon zijn jeugd doorbracht. Mocht ik de indruk wekken dat ik aan een roman werk, dat moet ik u teleurstellen. U moet zich niet vergissen in de hoeveelheid werk die dat met zich meebrengt.

Op het Roermondsplein kwam ik Lenie tegen die het straatvuil aan het opruimen was. Eerder schreef ik dat de spelers van Vitesse een voorbeeld aan haar ongekende werkethos mochten nemen. Gezien de stand op de ranglijst lijkt dat pleidooi volledig langs ze te zijn heengegaan. Lenie vertelde me wat ze die week nog te doen had. Het begon mij zowat te duizelen. Ik dacht ineens aan mijn eigen werkethos. Die was hard op weg zijn glans te verliezen. Er moest geschreven worden. Ik fietste naar Dudok en zette mij aan een tafeltje. Ik bestelde een kopje koffie en een wortel-notentaart. Ondertussen schreef ik een column. A. te A. belde mij. ‘Druk?’ ‘Ja, heel erg.’

(Column Gelderlander 20/3/2010)

Reacties (2) | TrackBack (0)

Heldendood


Donderdag beleefde ik een hoogtepunt. Aan de ontbijttafel kreeg ik een historische sensatie. Mensen die zich bovenmatig in het verleden interesseren zullen het herkennen. Het gevoel uit het hier en nu te treden en je voor een moment één te voelen met het verleden. Zoals in museum Bronbeek waar ik oog in oog stond met een Chinese haarvlecht en mij één van de mariniers waande, die tijdens een nachtelijke sloepentocht door de Indische wateren, stuitte op de Chinezen van Singkawang, waarvan er een, de drager van de staart, in het daaropvolgende gevecht sneuvelde.

Voor een historische sensatie hoef je geen lsd te slikken. Het geestverruimende middel bestaat uit een uit het verleden overgeleverd object. De bewuste donderdagochtend ging het om de poster van de Vliegweek Arnhem in 1910 die in de voor mij opengeslagen krant stond afgedrukt. ’28-29-30-31 augustus. Landgoed Warnsborn. Clément van Maasdijk. Entree: eerste rang 1 gld, tweede rang 50 cts.’ Het verleden had mij direct te pakken. In gedachten liep ik de deur uit, spande het paard voor de  wagen (ik woonde in Zuid in een boerderij) en vetrok naar de stad (over de schipbrug) om bij de sigarenboer mijn entreebewijs voor de Vliegweek zeker te stellen (daarna nog even door de stad slenteren en dametjes kijken in Sonsbeek). Ik ontwaakte uit de trip toen E. om een bord pap vroeg.

Clément van Maasdijk was luchtvaartpionier. Dat valt in de categorie zeeheld en ontdekkingsreiziger. Hij stapte in een van doeken en houten latten getimmerd vliegtuig. Dat zie je niemand meer doen tegenwoordig. Wij hechten teveel aan het leven. Ons huis, de auto, het werk. Trivialiteiten voor wie er van droomt te kunnen vliegen. Overigens moest Van Maasdijk het vliegen bekopen met de dood. Hij gaf de avond voor aanvang van de Vliegweek een korte demonstratie aan zijn verloofde. Ze stond er bij toen hij neerstortte op de Warnsbornse heide.

(Column Gelderlander 13/3/2010)

Reacties (1) | TrackBack (0)

vooruit dan maar »
Mijn foto

Abonneer je gratis op Maeb is een Magazine

  • Voor mensen die kunnen verdragen dat een tijdschrift ook zonder nietjes kan. Gratis abonnementen te verkrijgen op www.maeb.nl

Archief

  • 16 oktober 2011 - 22 oktober 2011
  • 9 oktober 2011 - 15 oktober 2011
  • 2 oktober 2011 - 8 oktober 2011
  • 11 september 2011 - 17 september 2011
  • 4 september 2011 - 10 september 2011
  • 25 april 2010 - 1 mei 2010
  • 28 maart 2010 - 3 april 2010
  • 21 maart 2010 - 27 maart 2010
  • 14 maart 2010 - 20 maart 2010
  • 7 maart 2010 - 13 maart 2010

Meer...